Wat we vanuit de organisatie Begrip willen bereiken met dit programma is jullie vaardiger maken, in het herkennen van enerzijds het verschil tussen een conflict versus polarisatie (met dank aan Bart Brandsma, Filosoof en auteur van publicatie: Polarisatie 2016), en anderzijds hoe je kan handelen. HeHa, staat ook voor Herkennen & Handelen.
De schets hierboven visualiseert ons werkveld. In deze workshop werken we aan de linker kant. Daar waar je met elkaar aan de slag gaat om onderling beter te verbinden en door moeilijke situaties met elkaar aan te pakken, groeit ook het vertrouwen. Ook aandacht voor -Er bij horen-, Professioneel groeien en waardering.
De workshop start direct met een oefening en daarin maak ik dankbaar gebruik van het dynamisch oordeelsvormingsmodel van Dr. Froukje Wirtz (Dynamisch oordelen en diagnosticeren in organisaties, 1998). Overigens gebruiken we dit model ook zeer vaak bij de start van een opdracht, om samen met de betrokkende te onderzoeken wat er echt aan de hand is. Dit onderdeel valt binnen het HERKENNEN van een (moeilijke) situatie en het woord ‘observeren’ is wellicht te kort door de bocht, wat daar zit niet voldoende interactie in, wellicht is diagnosticeren vollediger als term.
We verwijzen ook graag naar Marshall B. Rosenberg met zijn (Geweldloze communicatie 2010), de giraf en jakhals. Hij deelt een heel programma van 9 lessen op youtube, waardoor je je bewust wordt van de stappen: Observeren, Voelen, Wat heb je nodig, en een verzoek doen. Deze posities zitten ook in het dynamisch oordeelsvormingmodel.
De 4 niveaus van ontkenning (Mellor en Sigmond), is een krachtig element dat ons tegenhoudt om iets te HERKENNEN. En dat geldt niet alleen voor mensen mensen als individu, ook voor groepen, organisaties of zelfs een heel volk of natie(s).
- Ik heb helemaal geen hoest
- Ja, ik heb een hoest maar het stelt niks voor
- Ik weet het, het is ernstig, maar ik kan er niks aan doen
- Niemand kan er iets aan doen
Wat je kan doen om een polarisatie te vergroten? Iemand of een groep belachelijk maken, Paul Verhaeghe (Identiteit 2013), feiten en meningen door elkaar mixen, liegen, en … iemands gevoel niet serieus nemen.
Na deze workshop raad ik aan ook te luisteren naar de podcast Wetenschapper in Polarisatie (Edwin van Laar en Bart Brandsma) Wageningen University & Research.
Overigens kan polarisatie heel gezond zijn, ook in vredestijd kan je conflicten en polarisatie hebben. Zelfs in de beste huwelijken. De essentie is gaan we humaan met elkaar om, of schieten we door en gaan we schieten. Of komen we rond de tafel en brengen we het probleem beter in kaart.
Polarisatie is niet altijd haat naar de andere groep, het kan ook heel sterk intern gericht zijn, liefde, passie, hondstrouw naar de eigen groep. Conformisme. Groepen binnen een groep, kan ook de identiteit versterken.
Zowel in Nederland als in België is zowel in het bedrijfsleven als overheid veel aandacht voor het aanpakken van polarisatie. Ik verwijs ook graag naar het Rapport: Theorieën en aanpakken van polarisatie (Ron van Wonderen, Joline Verloove en Hanneke Felten).
De rollen en posities in kaart brengen is essentieel om vervolgens je strategie te kunnen bepalen. De beschrijving hieronder komt het uit het rapport: Theorieën en aanpakken van polarisatie, maar oorspronkelijk van Bart Brandsma.
De Pushers, de verpersoonlijking van een standpunt, monoloog. De eerste rol is die van de ‘pusher’ die op een van beide polen, de polarisatie ‘pusht’. De pusher levert voortdurend brandstof aan de polarisatie door de tegenpool verdacht te maken en zoveel mogelijk medestanders te werven uit het midden. Pushers kennen geen twijfel, zijn zichtbaar voor het hele speelveld, spreken over de urgentie van het maken van een keuze, en maken in hun strategie gebruik van emoties. De pusher doet (eenvoudige) uitspraken over ‘de ander’, de tegenpool: moslims zijn terroristen, vluchtelingen zijn testosteronbommen. Maar de pusher op de tegenpool doet exact hetzelfde. Het kwaad zit volgens de pusher altijd aan de overkant. Pushers spelen een zichtbare hoofdrol. Zij hebben het eigen (morele) gelijk in huis, de ander is 100% fout. De identiteiten die tegenover elkaar geplaatst worden, hebben niets gemeen: een pusher dwingt je te kiezen. Hij zal zichzelf niet toestaan naar de ander te luisteren, want dan verliest hij zijn rol. Matiging en nuance brengen gezichtsverlies. Dat maakt zijn positie onvoorspelbaar, en daardoor machtig én kwetsbaar terzelfdertijd.
De Volgers, de ‘joiner’, die een keuze maakt voor een van de beide polen. De joiner kiest een van de twee polen. Hij is niet zo extreem als de pusher en onderschrijft zijn visie ten dele, althans in het begin. Maar hij sluit zich wel degelijk aan bij een kamp van medestanders: hij krijgt kleur en status. Bij toenemende polarisatie kan de joiner nog moeilijk switchen naar het andere kamp, dat zou verraad betekenen. Er zijn joiners in soorten en maten. (Zo verblijft dicht bij de polen de ‘aspirant-pusher’. Hij is druk doende het eigen gelijk te onderbouwen met feiten en redenen. Daarvoor selecteert hij die informatie die zijn eigen gelijk ondersteunt. Een aspirant-pusher wil vooral een monoloog afsteken, hij toont geen interesse in het standpunt van de ander.
De ietwat gematigder joiner gaat de discussie aan. Daarbij staat het eigen gelijk voorop, maar er kan een gesprek plaatsvinden, ook al is het dan naast elkaar. De joiner die een debat wil aangaan, bevindt zich nog iets meer naar het midden toe. In een goed debat wordt er geluisterd en kan het standpunt ietwat bijgesteld worden. Pas in het midden kan er sprake zijn van een dialoog: de eigen standpunten staan niet centraal, er is uitwisseling mogelijk over een gezamenlijke vraag of dilemma.
Het ‘stille midden’ is de grootste groep burgers. Zij nemen in een debat een neutrale positie in. Er zijn meerdere groepen ‘in het stille midden’. Sommige burgers denken genuanceerd over een kwestie en wegen voor- en tegenstandpunten af. Anderen doen dat juist niet, de kwestie laat hen onverschillig, zij nemen in feite geen duidelijk standpunt in. Als de polarisatie toeneemt worden mensen in het stille midden steeds meer gedwongen om een keuze te maken en verdwijnt het midden.
Interventies om polarisatie tegen te gaan dienen zich te richten op het versterken van de weerbaarheid van ‘het midden’ tegen de druk vanuit de polen, en moeten dus juist niet op ‘polen’ of ‘aanstichters ‘ gericht worden. Dat zou niet alleen vergeefse moeite zijn, maar juist ‘brandstof’ geven aan een polarisatieproces. In de woorden van Brandsma: ‘Bevecht niet de polen, maar versterk en bevestig het middenveld. Zodat de zwijgende meerderheid niet overstapt naar de joiners.’ De pushers en joiners in het debat vinden in het midden namelijk ook hun doelgroep, daar willen ze aanhang werven.
De bruggenbouwer wil de polarisatie verhelpen. Hij ziet tekortkomingen in het wereldbeeld van zowel de ene als de andere pool. Via een dialoog of via tegenverhalen wil hij nuance brengen in de visie van pushers en joiners. Maar spreken over de ander voedt net zo goed de polarisatie. Personen en groepen die zich vlakbij de polen situeren – de extremen dus – luisteren immers niet naar elkaar. Zo levert de bruggenbouwer met de beste bedoelingen brandstof aan de polarisatie.
De media kunnen deze rol van bruggenbouwer – en dus versneller – spelen als ze de beide kanten tonen en tegenover elkaar plaatsen.
De vijfde rol is die van de zondebok, precies in het midden tussen de polen. Het midden is uitgegroeid tot een hachelijke positie, er wordt immers verwacht dat je voor of tegen bent, een tussenpositie wordt niet geaccepteerd. Als je niet voor ons bent, dan ben je tegen ons! De bruggenbouwer vormt een ideale zondebok. Deze werd gedoogd zolang hij de belangen van beide kampen diende. Maar bij extreme polarisatiedruk wordt iemand die nuanceert, ervaren als verrader.
Burgemeester, politie, journalist of docent, allen kunnen uitgroeien tot zondebok.
Wees bewust van de rol en positie die in neemt als het veld betreedt. Het vergt leiderschap om je niet te verleiden tot straffe uitspraken of iemand belerend toe te spreken. Luisteren, moeilijke situaties en verhalen verzamelen is een belangrijk onderdeel van de strategie. (Er zijn een 4 tal game changers, die een handige kapstok zijn voor een strategische aanpak).
Van binnen uit
Wat je kan doen om een moeilijke situatie of een verstoorde relatie om te buigen, waardoor je sneller met elkaar een probleem weet op te lossen van binnen uit een groep, en dat brengt ons bij Ann Baert (Van binnenuit 2016). In de kaft van het boek zit een schaalmodel.
Bij een volledige dag gebruiken we een schaalmodel per groep of we maken op de vloer met wit tape de verbinding tussen ieder persoon in de groep. We geven met een doorgetrokken of onderbroken lijn de intensiteit van de relatie aan, en met groen en rood de betekenis. De enveloppe wordt gebruikt om iets aan te geven dat er speelt, maar niet gezegd kan worden. Als het lijnen trekken niet gemakkelijk gaat, kan ieder het ook eerst op zijn of haar schaalmodel uitvoeren en via de facilitator terug laten komen op de uit een zetting op de vloer.
Het eerste principe: de balans van geven en nemen
Het tweede principe: de geldende rangorde of ordening
Het derde principe: het recht om erbij te horen